Hoe zit het met de opzegtermijn bij het einde van de arbeidsovereenkomst?
Voor veel werknemers is het niet duidelijk welke regels er gelden bij het opzeggen van een arbeidsovereenkomst. Meestal weten zij wel hoe lang de opzegtermijn is en is bekend dat men niet van de ene op de andere dag kan stoppen bij een werkgever. Logisch ook, want er moet meestal een vervanger worden gezocht voor de vertrekkende werknemer. Ik zet in dit blog wat weetjes op een rij betreffende de opzegtermijn.
Opzegtermijn geldt voor werknemer én werkgever
Niet alleen de werknemer heeft een opzegtermijn. Ook de werkgever heeft zich te houden aan een opzegtermijn. Deze zijn in de wet geregeld, maar hier mag tot op zekere hoogte in de arbeidsovereenkomst van worden afgeweken.
Volgens de wettelijke bepalingen zijn de opzegtermijnen voor de werkgever:
- 1 maand bij een dienstverband tot 5 jaar
- 2 maanden bij een dienstverband tussen de 5 en 10 jaar
- 3 maanden bij langer dan 10 jaar
- 4 maanden bij langer dan 15 jaar
Voor de werknemer geldt meestal een opzegtermijn van 1 maand. Maar let op: de opzegtermijn begint pas te lopen vanaf de 1ste van de volgende maand. Dus als een werknemer op 5 oktober een baan opzegt, dan zal deze tot en met 30 november moeten blijven werken.
Vaststellingsovereenkomst om toch de WW-uitkering te ontvangen
Soms is er sprake van een arbeidsconflict en komen werkgever en werknemer – vaak met behulp van advocaten – tot een vaststellingsovereenkomst (VSO) waarin wordt afgesproken wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt.
Die VSO is meestal zo opgesteld dat duidelijk is dat het de werkgever was die het einde van de arbeidsovereenkomst heeft gewenst en dat de werknemer niets te verwijten valt aan het ontstaan van het conflict. Waarom? Zodat de werknemer aanspraak kan maken op een WW-uitkering mocht dat nodig zijn.
Let op de fictieve opzegtermijn!
Het is belangrijk dat in de VSO de opzegtermijn gerespecteerd wordt. Stel dat een werknemer 8 jaar bij een werkgever heeft gewerkt en deze spreekt op 5 oktober in een VSO af dat de werknemer per 1 november niet meer in dienst is bij de werkgever. Dat is geen probleem als de werknemer per 1 november ergens anders aan de slag kan.
Dat is wel een probleem als de werknemer een WW-uitkering wil aanvragen. Het UWV hanteert namelijk de zogenaamde 'fictieve opzegtermijn'. Dat is de opzegtermijn die eigenlijk door de werkgever in acht genomen had moeten worden: 2 maanden in dit geval. En die was gaan lopen per 1 november. De werknemer uit dit voorbeeld zal dan pas per 1 januari aanspraak kunnen maken op een WW-uitkering!
Toch nog vragen?
Ik kan me voorstellen dat deze blog best nog wat vragen bij u oproept. Er zijn ook heel veel regels rondom het beëindigen van een arbeidsovereenkomst. Bel me gerust voor een vrijblijvende en kosteloze afspraak.